Je iets voornemen, dat doe je bijna elke dag wel. Maar je voornemen ook uitvoeren, dat is andere koek. Je begint wel maar na een tijdje is er altijd wel iets waardoor je er niet mee doorgaat: je hebt het te druk, je voelt je niet goed, er is iets anders belangrijker. Je wilt het wel maar komt er niet toe. Hoe zorg je voor een goede start zodat jij in actie komt en blijft volhouden totdat je je doelen behaalt? In deze blog geef ik je een paar krachtige tips, waardoor dit gemakkelijker voor je wordt.
De kracht van woorden
Je herkent het vast: als je iets maar vaak en krachtig genoeg zegt, wordt iets vanzelf waar.
Stel je een volgende situatie voor: er is een verandering op komst, je moet gaan verhuizen voor je baan, op je werk moet je iets op een andere manier aanpakken, of vul zelf maar in. Op het moment dat jij in je gesprekken met anderen en met jezelf steeds vertelt dat dit goed gaat komen, dat je alle problemen op zal lossen en dat je er veel zin in hebt, dan lukt het ook en zal het minder zwaar zijn. Als je daarentegen steeds tegen anderen en tegen jezelf vertelt hoe je er tegen op ziet en welke problemen je ziet is er een hele grote kans dat het ook moeilijk en zwaar wordt en minder goed lukt. Je hebt hier vast voorbeelden van, ik wel in elk geval!
Dit heeft deels te maken met focus: waar je je aandacht op richt, groeit, is de bekende uitspraak. Daar waar je je aandacht op richt wordt je specialiteit. Dus in het voorbeeld word je goed in problemen vinden en houden en alles zwaar vinden of je wordt goed in problemen oplossen en alles positief te bekijken. Aan jou de keus!
Een ander deel heeft te maken met het feit dat je iets zegt en hoe je iets zegt. Je gebruikt bepaalde woorden om iets te vertellen aan een ander en op het moment dat je het zegt, hoor je het zelf ook. Je zou dus kunnen zeggen dat je het ook tegen jezelf zegt. De woorden die je gebruikt hebben invloed op je.
Een voorbeeld:
Jouw vriendin heeft een voornemen: ze probeert al jaren vergeefs gezonder leven en wil dat het nu eindelijk eens echt gaat lukken. Daarom heeft ze dit keer een uitgebreid plan gemaakt met daarin haar haar sport en bewegen, eten, mediteren, kortom, alles wat ze nodig heeft om gezonder te leven. Ze laat het plan aan jou zien, het ziet er schitterend uit. Ze zegt: “Ik ga nu echt proberen gezonder te leven! Ik ga gezonder eten, meer sporten, meer mediteren." Wat denk jij op dat moment: gaat het haar deze keer lukken? Eigenlijk weet je al dat het haar ook nu weer niet gaat lukken. Wat is hier aan de hand? Het is door wat ze zegt, haar woorden, dat je de juiste conclusie trekt: ze gaat het dit keer ook weer niet halen.
Wat zou jouw indruk zijn geweest als je vriendin had gezegd: “Ik ga vanaf morgen elke dag 10 minuten mediteren, ik stop vanaf vandaag met het drinken van soft drinks en ga vanaf morgen elke dag 1/2 uur wandelen. En elke week op zondagmiddag controleer ik of ik mij hier aan heb gehouden." Dat klinkt veel sterker, toch? Dat zou jij als vriendin dan hebben gehoord, maar ze heeft het ook tegen zichzelf gezegd.
De laatste manier van het formuleren wordt ook wel een taalhandeling[1] genoemd. Je hoort er een duidelijke actie in en een concreet en meetbaar geformuleerd doel (SMART[2]). Zij (en jij ook!) kan precies nagaan of en zo ja wanneer zij haar doelen wel of niet heeft behaald: houdt zij zich vanaf morgen inderdaad aan wat ze gezegd heeft? Daar is geen speld tussen te krijgen.
Jij kunt de kracht van je woord in de vorm van een taalhandeling gebruiken om dingen die je wilt en je voorneemt ook daadwerkelijk uit te gaan voeren.
Doorpakken!
Je hebt op bovenstaande manier je doel(en) gesteld en dat is je eerste stap. Nu komt het erop aan om je aan je beloftes en voornemens te houden. Dat kan lastig zijn, zeker als het iets is dat nieuw of moeilijk voor je is. Er zijn dan al snel allerlei redenen waarom je het nu (nog) even niet kan doen, waarom iets anders net even belangrijker is, enzovoort. Waar haal je dan je doorzettingsvermogen vandaan?
Taalhandelingen kunnen je helpen om in actie te komen. Gelukkig zijn er nog wat tips die ik je kan geven om je actie vol te houden, ook als het lastig wordt.
Je bent gecommitteerd. De kans dat je je je doel behaalt wordt groter als je aan jezelf belooft dat je gaat doen wat je belooft, zodat het voor jou niet meer vrijblijvend is. Je verbindt je als het ware met het doel dat je wilt halen. Het is dan ook verstandig om bij elk doel dat je stelt bij jezelf na te gaan of je er echt aan gecommitteerd bent. Zo niet, dan is het eigenlijk zonde van de moeite en kun je je doel beter net zolang bijstellen dat je je er wel aan kunt committeren.
Uit je comfortzone. Een goed doel is niet te moeilijk of uitdagend voor je maar ook niet te gemakkelijk. Om iets nieuws of moeilijks te gaan doen of laten is het nodig dat je uit je comfortzone komt maar niet te veel en ook niet te weinig. Een vuistregel is dat een doel dat je voor jezelf stelt goed is als je het gevoel hebt dat je daarvoor 20% uit je comfortzone zal moeten komen. Eén stapje dus. Als je het gevoel hebt dat het veel minder of meer is, stel dan je doel net zolang bij totdat je het gevoel hebt dat het 20% uit je comfortzone ligt.
Inspirerend. Een goed doel is inspirerend voor jezelf. Stel dat je je doel behaald wordt: word je er dan zelf blij van? Heb je zin in het resultaat? Lijkt het je heel leuk? Geeft het je voordeel? Hierbij is het dus belangrijk dat het inspirerend voor jou is, en niet voor een ander, die het voor jou wil (hoe goed bedoeld ook).
Het raakt je. Een goed doel raakt jou. Het is niet iets dat je alleen voor iemand anders doet of wat iemand anders voor jou heeft bedacht. Je doet het voor jezelf omdat je het zelf heel belangrijk vindt. Als een doel jou raakt, dan is de kans dat je dingen die je er voor moet doen of laten beter volhoudt en dus is de kans dat je je doel behaalt veel groter.
Aan de slag!
Begin meteen en kies een doel dat je graag wilt behalen. Zet de volgende stappen om de kans te vergroten dat je het doel behaalt.
1. Bedenk iets dat je graag wilt doen of laten en wat je steeds maar niet lukt.
2. Maak er een taalhandeling van (dus SMART), waarbij je begint met “Ik ga ……”.
3. Ga dan bij jezelf na:
* Ben je volledig gecommitteerd om je doel te behalen? Geef dat in een percentage aan. Als het minder dan 100% is, herformuleer je doel dan net zolang tot je 100% gecommitteerd bent.
* Ligt dit doel voor je gevoel 20% uit je comfortzone? Zo niet, herformuleer je doel dan net zolang totdat dit wel zo is.
* Is je doel inspirerend voor jou? Zo niet, herformuleer je doel dan net zolang totdat je je erdoor geaspireerd voelt.
* Raakt je doel jou? Zo nee, formuleer je doel dan zo, dat je er wel door geraakt wordt.
4. Noteer je definitieve doel en ga ermee aan de slag.
5. Ga regelmatig voor jezelf na hoever je bent met het behalen van je doel. Geef er dan een percentage aan: “Ik heb mijn doel voor ….% behaald”. En ga na of je tevreden bent: is je doel nog steeds goed? Ben je tevreden of je tempo? Zo niet, pas dan je doel aan volgens bovenstaande stappen of pas je tempo dan aan.
Succes met het behalen van jouw doelen!
[1] John R. Searle, Speech act theory, 1979, Creative Consciousness.
[2] SMART = specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch, tijdgebonden
Comments