Hoe zorg je ervoor dat je altijd voldoende energie hebt?

Ken jij dat, mensen die bevlogen zijn, gepassioneerd vertellen over wat hen bezig houdt of over hun plannen? Deze mensen stralen, je voelt het. Noem het energie, kracht of enthousiasme. Ze hebben zoveel uitstraling, dat ze jou ook gemakkelijk kunnen meevoeren en enthousiasmeren. Deze mensen doen wat ze leuk vinden, lijken daar niet moe van te worden en stralen ook rust uit. Voor de duidelijkheid: ik bedoel hiermee dus niet de mensen die gehaast en gestrest multitaskend door het leven gaan en alleen maar druk zijn, nooit stil lijken te zitten en veel bezig zijn met hoe zij naar buiten toe overkomen.
Vraag jij je ook wel eens af: waar halen deze mensen deze energie vandaan? Hoe komt het dat zij zoveel energie hebben? Dat zou jij ook wel willen (of denk je zelfs: ‘met de helft zou ik ook al tevreden zijn…’)!
Wat is hun geheim?
Ten eerste valt op: energie en passie of bevlogenheid gaan hand in hand. Dat zijn dus in potentie twee zaken die bij deze mensen duidelijk in orde zijn, twee zaken misschien voor jou om aan te pakken. Laat ik in deze blog eens met de energie beginnen.

Eerst een bewustzijnsoefening:
Vraag je eens af: wat geeft jou energie? Ga dat eens na, zowel in je werkend bestaan als in je privésituatie en neem alles mee, de kleine en grote zaken en noteer dit op een lijstje. Ga daarna na wat je energie vraagt, ook weer in werk- en privésituaties. Ook dit noteer je op een lijstje. Wat valt je op? Noteer dit ook, zodat je het niet vergeet.
Het is logisch dat als je meer zaken hebben die jou energie kosten dan zaken die jou energie geven, je moe wordt. Als dit niet te lang duurt, is er misschien nog niet veel aan de hand, sommige energievragende dingen duren maar kort of lossen vanzelf weer op en je merkt dat je energie vanzelf weer terug veert. Als deze disbalans in energie langer duurt, kun je uitgeput of verveeld en vermoeid raken. Je kunt er zelfs burn out (teveel energievragers tov energiegevers) of bore out (te weinig energievragers tov energiegevers) van raken. Dan is het tijd om op tijd in te grijpen.
Wat kan je dan doen?
Het lijkt zo simpel als je er op een rekenkundige manier naar kijkt: zorgen dat je energiebalans weer in orde is, dus dingen aan je werkzame of privéleven toevoegen die je energie gaan geven, energiebronnen dus. En dingen weghalen die energie kosten. Om het te doen en vol te houden moet je wel even doorzetten maar het is niet zo moeilijk als je denkt.

Hoe zit het met energie?
Je kunt grofweg kiezen uit twee soorten energiebronnen[1]:
1. Energiebronnen van anderen (externe energiebronnen), dit zijn bijvoorbeeld energiebronnen gerelateerd aan werk, zoals autonomie in je werk, feedback van klanten, collega’s of leidinggevende, coaching, complimenten en waardering, sociale steun van je collega’s, een goede (financiële) beloning, baanzekerheid, etc. Energiebronnen van anderen kun je ook buiten het werk vinden: gevoel erbij te horen in je buurt, een uitnodiging voor een verjaardag, een gezellig uitje met vrienden, vrienden of familie waar je op kan rekenen, sociale steun van vrienden of familie, een aardige opmerking van een buurvrouw, etc.
2. Energiebronnen van jezelf (interne energiebronnen), dit zijn energiebronnen waarover je zelf altijd beschikt en die onafhankelijk zijn van de situatie waarin je je bevindt. Hierbij kun je denken aan: zelfvertrouwen, weerbaarheid, optimisme, stressbestendigheid. Als je veel van dit soort persoonlijke energiebronnen bezit, kun je beter voor jezelf opkomen, kun je beter je eigen doelen die bij jezelf passen vinden en nastreven en ben je weerbaarder in energievragende situaties: je veert gemakkelijker terug.

Kijk eens terug naar de oefening die je hierboven hebt gedaan: welke energievragers of energiegevers die je daar genoemd hebt zijn extern en welke intern?
Nu lijkt het erop dat de externe energiebronnen gemakkelijker te realiseren zijn dan de interne energiebronnen. Een veelgehoorde opmerking als iemand bijvoorbeeld weinig zelfvertrouwen heeft is dan ook: ‘zo is hij nou eenmaal, niks aan te veranderen’.
Gelukkig is dat niet waar[2]! Je interne energiebronnen kun je met gerichte oefening creëren en vergroten. Het is net een spier die je moet trainen: als je een spier niet gebruikt dan verzwakt hij, zo is het ook met je interne energiebronnen.
Uiteraard is voor iedereen de juiste energiebalans anders, daarom is het goed om je ervan bewust te zijn hoe het voor jou is. Een kleine oefening doen zoals hierboven maakt je al bewust van je energiebalans. Dit is de eerste stap.

De volgende stap is om uit te zoeken wat jij nodig hebt voor een goede energiebalans:
· Heb jij meer energievragers nodig (ben je onvoldoende uitgedaagd) of juist minder (is er teveel uitdaging)?
· Ben je gebaat bij ook meer energiegevers? Welke kunnen dat zijn?
· Welke externe energiebronnen heb jij nodig?
· Welke interne energiebronnen zou jij willen versterken of creëren?
· Op welk gebied heb jij energiegevers nodig? Op mentaal gebied of juist op fysiek, emotioneel of spiritueel gebied? Noteer wat in je opkomt.
Een nog een belangrijke vraag: wat neemt energie / ruimte in in jouw hoofd? Dat kunnen hele kleine dingen zijn, die je steeds voor je uitschuift, uitstelt. Denk aan een administratieve klus waar je geen zin in hebt, een huishoudelijk klusje of iemand die je eigenlijk al een hele tijd moet bellen. Als je die doet, maak je ruimte in je hoofd vrij.
Ga eens met bovenstaande vragen aan de slag en ga voor jezelf na wat je kunt doen, maak een realistisch plan waar je je aan kunt houden. En bedenk wat hierboven al stond over de spier: je moet echt even trainen, het kost je eerst waarschijnlijk wat moeite om je aan je plan te houden maar als je weet waar je het voor doet en als je het een tijdje doet, dan slijt het in en gaat het meer vanzelf.
Onderhoud en alertheid is altijd nodig, dus maak zo af en toe tijd voor de oefening hierboven: maak weer eens een nieuw lijstje van je huidige stand van zaken wat energie betreft en stel je plannen bij. Zo houd je je energiebalans voor jou goed en kun je de uitdagingen van je werkend en privéleven
[1] [2] Schaufeli en Bakker Schaufeli, W.B. & Bakker, A.B. (2004). Job demands, job resources, and their relationship with burnout and engagement: A multi-sample study. Journal of Organizational Behavior, 25, 293-315.
Комментарии